Ga naar de inhoud
Het Moet Wel Werken

Het Moet Wel Werken

Het bevorderen van inclusiviteit op de arbeidsmarkt door synergie tussen wetenschap en praktijk.

Partner(s)

Universiteit Utrecht
SER Diversiteit in Bedrijf
Stichting InclusieNL

Looptijd 2020 - heden

Maatschappelijke context

Maatschappelijk gezien is het creëren en ontwikkelen van een diverse en inclusieve organisatie belangrijk. Hierdoor bestrijden we sociale ongelijkheid en verminderen we vooroordelen en stigma’s over bepaalde groepen.

Ambitie project

Een bijdrage leveren aan het vergroten van wetenschappelijk onderbouwde kennis en inzicht op het gebied van diversiteit en inclusie op de werkvloer. Zo weten we wat werkt, waarom en onder welke voorwaarden.

Impactdoelstelling

Het analyseren en verder ontwikkelen van diversiteit en inclusiviteit op de werkvloer. We doen dat door wetenschappelijk onderzoek en praktijkkennis toe te passen.

Status

Momenteel zijn er 67 deelnemers aan de Nederlandse Inclusiviteitsmonitor en 502 ondertekenaars van het Charter Diversiteit. Er zijn inclusiviteitsawards uitgereikt in de techniek- en de bouwsector.

In het kort

Hoe divers en inclusief zijn Nederlandse werkgevers en arbeidsorganisaties? En hoe kunnen zij hun beleid op diversiteit en inclusie verder ontwikkelen? Die vragen staan centraal in het project ‘Het moet wel werken‘, een samenwerking tussen Universiteit Utrecht, Stichting InclusieNL en SER Diversiteit in Bedrijf (SER DiB).

Veel organisaties zijn zich ervan bewust dat het belangrijk is om een diverse en inclusieve organisatie te creëren. Hierin horen alle medewerkers erbij en kan iedereen zichzelf zijn, ongeacht verschillen of overeenkomsten. Maatschappelijk gezien is het creëren en ontwikkelen van een diverse en inclusieve organisatie belangrijk. Hierdoor bestrijden we sociale ongelijkheid en verminderen we vooroordelen en stigma’s over bepaalde groepen. Ook zakelijk gezien is het investeren in diversiteit en inclusiviteit (D&I) van belang. Het kan de sleutel zijn tot meer innovatie, verhoogde flexibiliteit, en uiteindelijk verbeterde financiële prestaties.

Succesvol D&I-beleid

Het realiseren van een diverse en inclusieve organisatie is echter geen gemakkelijke opgave. Onderzoek laat zien dat D&I-maatregelen niet altijd leiden tot het gewenste resultaat. Er zijn belangrijke randvoorwaarden die bepalen of D&I-beleid succesvol en effectief is. Verondersteld wordt dat dit samenhangt met mate waarin het gevoerde D&I-beleid: (A) samenhangend is, (B) systematisch ontwikkeld en geïmplementeerd wordt en (C) wetenschappelijk gefundeerd is.

“Hoe zorgen organisaties ervoor dat al hun inspanningen om een diverse en inclusieve werkvloer te creëren daadwerkelijk effect hebben? Die vraag naar wat werkt staat centraal in dit project.”
Jojanneke van der Toorn
Projectleider Het Moet Wel Werken

Wetenschap en praktijk samen voor D&I

In het project worden gegevens verzameld met de NIM en met de Monitor Charter Diversiteit. Deze gegevens worden bij elkaar gebracht en gezamenlijk geanalyseerd. Dit gebeurt op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten. De resultaten hiervan worden vertaald in praktisch bruikbare instrumenten en adviezen. Deze zijn specifiek voor de ondertekenaars van het Charter Diversiteit, deelnemers aan de NIM en andere belanghebbenden.

Wat het project bijzonder maakt is de combinatie van wetenschappelijk onderzoek en het toepassen van de kennis in de praktijk. Data van werkgevers over het gevoerde D&I-beleid plus de ervaringen van medewerkers worden op systematische wijze verzameld en geanalyseerd. Daarmee ontwikkelen zij nieuwe, fundamentele wetenschappelijke kennis over de ingrediënten van succesvol D&I-beleid. Tevens gebruikt het project deze inzichten om organisaties te voorzien van wetenschappelijk gefundeerd advies op maat. Door de reacties van werkgevers op dit advies weer mee te nemen in de onderzoeken, wordt een wisselwerking gecreëerd tussen praktijk en wetenschap. Deze combinatie van wetenschap en praktijk is zowel in nationale als internationale context uniek.

Met de (onderzoeks)resultaten van dit project leveren we een bijdrage aan het vergroten van wetenschappelijk onderbouwde kennis en inzicht. Zo leren we wat werkt, waarom en onder welke voorwaarden. Dit komt diversiteit en inclusie op de werkvloer ten goede. Ook sluit het aan op de sterke behoefte aan meer kennis, kunde en draagvlak op dit terrein, vooral onder werkgevers en andere betrokkenen.

Vervolg

In de eerste twee fasen van het project is meer inzicht verkregen over de struikelblokken die organisaties ervaren bij het ontwikkelen en implementeren van hun D&I-beleid. Organisaties vinden het bijvoorbeeld ingewikkeld om doelstellingen op het gebied van inclusie SMART te formuleren. Ook hebben zij moeite met het meten van voortgang en het creëren van draagvlak. In hoeverre moeten zij zich in hun beleid richten op specifieke diversiteitsdimensies?

De tweede projectfase is nu afgerond. De derde projectfase bestaat uit een periode van 24 maanden. De belangrijkste beoogde doelen hierin zijn:

  • Inzicht krijgen in welke aspecten van D&I-beleid samenhangen met meer draagvlak onder medewerkers. 

  • Inzicht in de beleidsaspecten die samenhangen met een waargenomen inclusief klimaat onder medewerkers. 

  • Data combineren van de NIM en SER DiB: in het onderzoek met de gecombineerde data kunnen de onderzoekers analyseren wat Charterondertekenaars en NIM-deelnemers realiseerden in het perspectief van:
     a) hun doelstellingen voor diversiteit en inclusie (effect)
     b) het inzicht in het rendement van D&I voor bedrijven (de business case)

 

Dit project is vanaf de start nadrukkelijk vormgegeven als een meerjarig traject. Hierin worden gedurende langere tijd data verzameld en geanalyseerd. Ook worden werkgevers geadviseerd over optimalisering van hun D&I-beleid.