De Sociaal-Economische Raad (SER) lanceert vandaag de LLO Actiescan, een nieuw dialooginstrument dat organisaties helpt om leren en ontwikkelen structureel te versterken. Het ondersteunt LLO-initiatieven bij het kritisch bekijken van wat goed werkt, waar kansen liggen en hoe zij duurzaam kunnen doorgroeien. De Actiescan is mede mogelijk gemaakt door de Goldschmeding Foundation en ontwikkeld in samenwerking met Katapult.
De introductie van de LLO Actiescan komt op een moment waarop het versterken van de Nederlandse leercultuur urgenter is dan ooit. Door technologische versnelling en grote maatschappelijke transities verandert werk sneller dan mensen kunnen bijbenen, tenzij we blijvend investeren in leren en ontwikkelen. Tegelijkertijd laat de Monitor Leercultuur 2025 van de SER en TNO zien dat de deelname aan leren wel groeit, maar ongelijk verdeeld blijft. Vooral in het mkb, onder ouderen en bij zzp’ers blijft de ontwikkeling achter, terwijl ook van deze groepen steeds meer wendbaarheid wordt gevraagd. Juist LLO-initiatieven die regionaal of sectoraal zijn georganiseerd spelen een cruciale rol in het toegankelijk maken van leren en ontwikkelen voor iedereen. Helaas zijn veel van deze initiatieven nog versnipperd, of kwetsbaar door hun tijdelijk aard. De LLO Actiescan helpt hen om hun aanpak te versterken, op te schalen en hun impact te verduurzamen.
Gebaseerd op inzichten uit 47 praktijkinitiatieven
De Actiescan is ontstaan uit een landelijke praktijkverkenning van de SER en de Goldschmeding Foundation, waarin 47 initiatieven uit het SER-netwerk en de LLO-Katalysator zijn onderzocht door KplusV en Technopolis. Daaruit kwamen acht succesfactoren naar voren die bepalend zijn voor het opschalen en verduurzamen van LLO-initiatieven. Deze succesfactoren vormen het hart van de Actiescan en bieden gebruikers een gedeelde taal om ambities te bespreken en richting te bepalen. De scan is nadrukkelijk geen benchmark of meetinstrument, maar een uitnodiging tot dialoog. Het doel is niet om te vergelijken, maar om samen te ontdekken wat werkt
Gesprekstool om te leren, niet te vergelijken
De Actiescan kan zowel binnen een team worden gebruikt om te reflecteren en concrete verbeteracties te formuleren, als tussen initiatieven als basis voor een peer review. Door elkaars aanpak te bespreken, ontstaan nieuwe inzichten en groeit het lerend vermogen van het landelijke LLO-netwerk. De SER moedigt dit expliciet aan, omdat het voorkomt dat ieder initiatief opnieuw het wiel hoeft uit te vinden, en omdat het gedeelde kennisniveau in de sectoren hierdoor stap voor stap toeneemt. Met de LLO Actiescan zet de SER een volgende stap in het versterken van een duurzame leercultuur in Nederland.
Breed inzetbaar voor werkcentra en regionale netwerken
Maar niet alleen bij LLO-initiatieven is de scan van toegevoegde waarde. Zo kan de Actiescan breder worden ingezet in de LLO-praktijk zoals door werkcentra, die een transitie van leerwerkloketten naar volwaardige werkcentra hebben doorgemaakt. Veel van deze werkcentra bevinden zich nog in een opstartende fase waarin LLO een wezenlijk onderdeel vormt van hun aanpak. De Actiescan kan hen helpen, net als LLO-samenwerkingsverbanden of projectteams, om prioriteiten te bepalen, een gezamenlijke koers te formuleren en een duidelijke stip op de horizon te zetten. Zo draagt het bij aan een stevige infrastructuur voor leren en ontwikkelen, waarin meer mensen de kans krijgen om zich aan te passen aan een veranderende arbeidsmarkt.
Projectmanager Esmée Vogelsang: "Mooi dat we als foundation kunnen bijdragen aan de Actiescan. Het biedt een gedeelde taal én een concreet startpunt voor verbetering. Zo bouwen we aan een toekomstbestendige infrastructuur voor leren en ontwikkelen, waarin meer mensen kunnen meebewegen met een veranderende arbeidsmarkt."
Praktisch aan de slag met de Actiescan
Organisaties die met de Actiescan aan de slag willen, kunnen gebruikmaken van een korte introductie, een moderatie-instructie en een video die de werking van de tool laat zien. Meer informatie is te vinden op Thema Leven Lang Ontwikkelen | SER.
Foto: Jeroen Poortvliet