Ga naar de inhoud
Geleerde lessen uit het Platform Vijftigplussers en Werk
Terug naar nieuws
08-01-2024 • Persbericht

Geleerde lessen uit het Platform Vijftigplussers en Werk

Hoe bereik je de juiste jongeren?

Dat is een van de hoofdvragen waar het platform zich dagelijks mee bezig houdt. Aansluiting op beschikbare programma’s en services is hierbij enorm belangrijk. Regioplan onderzocht in de afgelopen 4 jaar voor Platform Jongeren & Werk welke aanpakken werken.

Met 'Geleerde Lessen' gaan we in op de 5 pijlers: 

  1. Samenwerking - Eenzelfde doelstelling en heldere taakverdeling is een goed begin

  2. Taal - Inzet van personen die de taal van de jongeren snappen

  3. Werkgeversperspectief - Aanpakken waarbij wordt samengewerkt met de werkgever

  4. Inbedding - Inbedding binnen de onderwijssetting

  5. Participatie - Inzet op jongerenparticipatie

Voor iedere 'best practice' kijken we naar een van onze allianties, projecten of initiatieven die dagelijks met jongeren werken. Waar beter dan een voorbeeld halen uit een eigen succesverhaal!

Samenwerking

Samenwerken gaat helaas niet altijd vanzelf, maar wanneer het lukt leidt het tot prachtige resultaten. Succesfactoren zijn het hebben van eenzelfde doelstelling, een heldere taakverdeling én goede communicatie.

Een mooi voorbeeld van een geslaagde samenwerking is de alliantie Talentontwikkeling van stichting Move en SOVEE. Uit de gedachte ‘dit zijn twee interessante partijen, die moeten eens samen zitten’ zijn ze samen om tafel gegaan met als resultaat het Talent Traineeship 'What's Next'. Met dit unieke jongerenprogramma voor loopbaanoriëntatie begeleiden ze 3e en 4e jaars vmbo leerlingen bij een soepelere overgang van het vmbo naar het mbo.

Vanuit relatie en deskundigheid motiveert SOVEE jongeren om zich optimaal te ontwikkelen in een passende leeromgeving, waarbij stichting Move ervaren is met het ontwikkelen van projecten waarbij jongeren hun talenten ontdekken en welke waardevolle positie zij in de samenleving kunnen innemen. 

Ondanks dat beide organisaties elkaar mooi aanvullen was goede communicatie de sleutel tot een succesvolle samenwerking. Rosanne Reinders van stichting Move hierover: 

“De verschillen waar we tegenaan liepen hebben we bespreekbaar gemaakt. Dat is volgens mij de essentie van samenwerken. Niet per se dat je het altijd met elkaar eens bent, maar dat je samen tot een oplossing komt.”

Inmiddels hebben ze er samen voor gezorgd dat al vele leerlingen een betere keuze hebben kunnen maken voor een vervolgopleiding of werk.

Taal

Een tweede pijler om de juiste jongeren te bereiken is door de juiste taal te spreken - de taal van de jongeren. Dat kan bijvoorbeeld doordat betrokkenen van het project zelf uit de doelgroep komen. Dat dit in de diverse lagen van een project kan, laten verschillende allianties goed zien.

Samuel Abraham van RU Content is zelf als Eritrese nieuwkomer naar Nederland gekomen en heeft ook hier veel contacten met de Eritrese gemeenschap. Vanuit passie, liefde en begrip voor de situatie weet hij zijn doelgroep, Eritrese jongeren, als geen ander te bereiken.

Bij MBO & Arbeidsmarkt zie je betrokkenen vanuit de doelgroep op een andere manier terug. Hier werken ze als het ware met een circulair systeem. Jongeren die hun training hebben afgerond worden senior member en kunnen vervolgens een rol krijgen bij het begeleiden van nieuwe mbo-studenten in hun weg naar werk. Op deze manier is de cirkel weer rond.

De weg vrij naar werk weet op een soortgelijke manier een goede connectie te leggen tussen begeleiding en de jongeren. Hier ondersteunen o.a. ex-gedetineerden jongeren die net uit detentie komen in het vinden van werk. Vanuit ervaring weten ze tegen welke problemen ze aan kunnen lopen en hoe waardevol deze begeleiding is.

Dat het delen van ervaringen goed werkt zien we ook terug in het programma 'What's Next' van de alliantie Talentontwikkeling. Hier delen mbo-studenten hun ervaringen met vmbo leerlingen. Uit ons onderzoek blijkt dat dit goed aanslaat en scholieren enthousiast zijn om meer te horen over wat mbo-studenten doen en hoe hun studie of school eruit ziet.

Werkgeversperspectief

Om de brug te slaan tussen jongeren en bedrijven is het ook goed om werkgevers te betrekken bij projecten. Wat hebben zíj nodig? Oftewel, wat ís er voor werk, in plaats van, wat wil de jongere?

Bij de alliantie Werkgeversperspectief doen ze precies dit. ‘Wij kijken bij vacatures welke jongere erbij past, in plaats van andersom’. Ze stellen dat omdat jongeren niet altijd precies weten wat ze willen het fijn is om ergens een start te maken en vanuit daar verder te kijken. Door in te springen op de kansen van de arbeidsmarkt verleggen ze de focus en wordt de druk die jongeren ervaren ook minder. 

"Door deze jongeren te matchen met werkgevers die betaalde vacatures open hebben staan, voorkom je dat het liefdewerk oud papier wordt." 

Ook bij De weg vrij naar werk hebben ze een outreachende aanpak. Ze kijken naar hoe ze jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt het beste kunnen voorbereiden op een uiteindelijke baan. Om welke skills vraagt een werkgever? Bij de Beroepentuin worden jongeren in korte tijd bijgeschoold om beter aansluiting te vinden bij een betaalde baan. 

Inbedding

De toekomst is vol mogelijkheden, maar niet iedereen vindt gelijk de juiste weg. 25% van de eerstejaars studenten in het mbo valt uit vanwege een verkeerde studiekeuze. Voor veel jongeren betekent dit een achterstand op de arbeidsmarkt. Om jongeren die nog niet zijn uitgevallen of uitgestroomd uit het onderwijs goed voor te bereiden op de arbeidsmarkt, is het effectief om ondersteunende projecten aan te bieden binnen de onderwijssetting. 

Zowel de alliantie MBO & Arbeidsmarkt als Talentontwikkeling bieden daarom een lesprogramma aan op scholen om leerlingen en studenten kansrijke keuzes te leren maken voor de toekomst. Het is namelijk in deze overgangsperiodes dat jongeren extra kwetsbaar zijn. 

“De arbeidsmarkt van nu begrijpen is moeilijk voor leraren. Daarom introduceren wij ons gratis ROC-lesprogramma ‘Ga Dromen!’, waarmee we jongeren helpen met de overstap van MBO naar werk” - Leo van Loon, de Buzinezzclub

Belangrijk voor het succes van de projecten is dat ze goed binnen het reguliere lesprogramma passen. Door een project goed in te bedden en deel te maken van het curriculum, blijft de inhoud beter hangen bij scholieren en studenten. Bij voorkeur worden ze niet als éénmalig programma aangeboden maar vormen ze een onderdeel van de rest van het lesprogramma. Daarnaast is het doeltreffend om gebruik te maken van dezelfde woorden en termen als in de rest van de lessen. Een goede communicatie met de onderwijsinstelling is dus noodzakelijk.

Participatie

Om de omgeving van jongeren, zoals werkgevers, onderwijsinstellingen en gemeenten, te laten realiseren dat het centraal stellen van jongeren bijdraagt aan een succesvolle transitie van jongeren naar de arbeidsmarkt is inzet op jongerenparticipatie van belang. Daarbij is het vooral goed om de input van jongeren voorafgaand en tijdens een project al mee te nemen, in plaats van pas achteraf. Door jongeren al in een vroeg stadium erbij te betrekken is het mogelijk om een project goed aan te laten sluiten bij de leefwereld van diegenen voor wie het bedoeld is: de jongeren zelf.

De Youth Challenge is hier een prachtig voorbeeld van. In de Youth Challenge werken jongeren samen met mentoren uit het bedrijfsleven aan diverse sociale innovaties die jongeren helpen in de transitie van school naar werk. Bij het opstellen van de inhoud van het programma werd een jongerenpanel geraadpleegd. Hieruit kwamen concrete suggesties die zijn meegenomen in de opbouw van het project. 

Ook in de Youth Challenge gaan jongeren zelf aan de slag. Zo is het de bedoeling dat ze zelf de uitdagingen en obstakels waar ze tegenaan lopen in de overstap van school naar werk identificeren. Onder begeleiding van mentoren gaan ze vervolgens ook zelf aan de slag met het werken aan oplossingen. De focus ligt hierbij op de jongeren zelf en het ontdekken van sterktes en zwaktes, talentontwikkeling en het ontwikkelen van vaardigheden zoals veerkracht en aanpassingsvermogen.