Deze week gingen meer dan 600 onderwijsprofessionals in het hele land aan de slag met de vraag: hoe kan het business- en economieonderwijs beter aansluiten bij ontwikkelingen in de maatschappij en wetenschap? Samen vormen zij een community van voorlopers die ervaring, kennis en ideeën delen en bouwen aan een voedingsbodem voor vernieuwing van het curriculum, onderwijsbeleid en methodes. Op vrijdag 22 november bracht het slotevenement ‘Samen opleiden voor de Toekomst’ vernieuwende initiatieven uit alle onderwijslagen samen op de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Innovatie in het business- en economieonderwijs
Het huidige business- en economieonderwijs schetst een beeld dat economie vooral gericht is op het creëren van financiële waarde. De huidige transities in de maatschappij vragen om een bredere blik op economie, waarin naast financiële waarde ook oog is voor sociale en ecologische waarde én waarden. De Goldschmeding Foundation ondersteunt projecten en programma’s in het brede business- en economieonderwijs die toewerken naar een pluriform onderwijsaanbod. In de Week van het Economieonderwijs krijgen initiatieven een podium die bijdragen aan die gewenste innovatie – van voortgezet- tot wetenschappelijk onderwijs.
Projectmanager Menswaardige Economie Ricardo Copier: “Deze editie van de Week van het Economieonderwijs laat zien dat het veld in beweging is naar nieuwe vormen van impactgedreven en toekomstbestendig business- en economieonderwijs. De vraag óf verandering noodzakelijk is wordt steeds minder vaak gesteld. De volgende stap is het breed toepassen van nieuwe vormen en methoden binnen bestaande onderwijsstructuren en –werkwijzen.”
De Week van het Economieonderwijs speelt hierin een belangrijke rol door bestaande initiatieven te versterken en koplopers met elkaar te verbinden die experimenteren met nieuwe onderwijsvormen.
Bestaande initiatieven versterken
Onder andere het sectorplan Hoger Economisch Onderwijs van Vereniging Hogescholen en de Impact Agenda van het Decanenberaad Economie en Bedrijfskunde onderkennen de potentiële bijdrage van het economisch onderwijs aan sociale vraagstukken. Maar hoe vertaal je deze ambitie naar de onderwijspraktijk? En zijn er kansen voor samenwerking om deze ambitie gezamenlijk te realiseren?
Zo trok het wetenschappelijk onderwijs de conclusie dat impactgedreven onderwijs flexibiliteit vraagt van docenten én studenten. In begeleiding van studeten krijgen docenten te maken met een veelvoud aan praktijkvoorbeelden en impactgebieden, wat veel vraagt van de professionaliteit van de docent. Studenten moeten op hun beurt leren omgaan met een zekere mate van onzekerheid: er is geen sprake van een eenvoudig goed of fout, de uitkomst is niet altijd vooraf bekend.
Koplopers verbinden, aan elkaar en aan het peloton
Binnen het brede onderwijsveld experimenteren koplopers met nieuwe vormen van economieonderwijs. Zij voegen nieuwe lesinhoud toe en gaan nieuwe samenwerkingen aan. In de vorige edities van de Week kregen deze individuele koplopers een podium. Dit jaar verbonden ook de koepelorganisaties en onderwijsinstellingen zich expliciet aan deze beweging. In het programma was dat onder andere terug te zien door de steun die het College van Bestuur van MBO-opleider Zadkine en vertegenwoordigers van de MBO-raad uitspraken tijdens de landelijke MBO dag.
Samen opleiden voor de toekomst
Het slotevent op de Erasmus Universiteit in Rotterdam vormde een gezamenlijke terugblik op een week voor en door het onderwijs waarin innovatie centraal stond en individuele initiatieven werden gevierd. Thema’s zoals didactiek, persoonsvorming en aansluiting met de arbeidsmarkt verbonden de verschillende onderwijslagen. Vertegenwoordigers van het Decanenberaad Economie en Bedrijfskunde, het economisch domein van de MBO-Raad, de sectorraad heo van Vereniging Hogescholen en vereniging van leraren in de economisch-maatschappelijke vakken, Vecon, sloten de dag af in een panelgesprek.