Ga naar de inhoud
Groener Doen: DSP deel 2
Terug naar Platform Vijftigplussers & Werk

Groener Doen: DSP deel 2

Groener Doen richt zich op de duurzame inzetbaarheid van vijftigplussers in de bouw, infra- en installatietechniek.

Partner(s)

Volandis
HAN University of Applied Sciences
TNO

Looptijd 2021 - 2024

Maatschappelijke context

In de bouw, infra- en installatietechniek zijn veel vijftigplussers werkzaam in relatief zware beroepen. Zij kunnen hun fysiek zware werk vrijwel onmogelijk tot hun 67e of 68e volhouden.

Ambitie project

Vijftigplussers in technische sectoren een Digitaal Skills Paspoort laten invullen en het ondernemen van LLO-activiteiten samen met collega’s en een adviseur.

Impactdoelstelling

Duurzame inzetbaarheid van vijftigplussers in zware technische beroepen realiseren met het Digitaal Skills Paspoort. Werknemers stimuleren de eigen skills ‘groener’ in te zetten in ‘klimaatbanen’.

Status

In deel 1 van dit project is het Digitale Skills Paspoort (DSP) ontwikkeld en ingezet. Deel 2 bouwt hierop verder door doorontwikkeling van de DSP.

In de ‘technische’ sectoren bouw, infra- en installatietechniek zijn veel vijftigplussers werkzaam in relatief zware beroepen. Zij kunnen hun fysiek zware werk vrijwel onmogelijk tot hun 67e of 68e volhouden. Ze beschikken weliswaar over waardevolle skills, maar hebben vaak geen zicht hierop en/of weinig erkende diploma’s waarmee ze die skills ook kunnen ‘bewijzen’. Dat maakt hen relatief kwetsbaar op de arbeidsmarkt: ze kunnen zich niet goed en tijdig verplaatsen over de arbeidsmarkt. Dit project gaat hiermee aan de slag.

In 2021 is het project ‘Help (eigen)wijs grijs’ van start gegaan. Dit project is inmiddels afgerond. In dit project is het Digitale Skills Paspoort (DSP) voor Vaklieden, ontwikkeld door HAN UAS en TNO, ingezet bij een groep van 10 werknemers van 50 jaar en ouder die werkzaam zijn in de fysiek zware beroepen in de bouw, infra- en installatietechniek. De DIA/EVC adviseurs van Volandis zorgden voor de begeleiding bij het werken met de DSP’s. Het belangrijkste is dat het DSP in principe een gebruiksvriendelijk, nuttig hulpmiddel is om competenties en vaardigheden in kaart te brengen. Maar er zijn nog een aantal zaken om het DSP heen nodig om meer impact op de duurzame inzetbaarheid te kunnen maken. Daar gaat het project ‘Groener doen: DSP deel 2’ mee verder.

'Met het DSP proberen we vakmensen én hun werkgever een beter, actueler en vollediger inzicht te geven in skills. En we laten de ontwikkeling in die skills ook zien.'
Jos Sanders
Lector HAN

Het Digitale Skills Paspoort voor mobiliteit en ontwikkeling

Het Digitale Skills Paspoort geeft vijftigplussers snel inzicht in de eigen actuele skills set en in de ontwikkeling daarvan, wat hen ook meer vertrouwen geeft in de eigen arbeidsmarktwaarde en in het eigen leervermogen. Daarmee wordt niet alleen de mobiliteit, maar ook de ontwikkeling bij vaklieden gestimuleerd. De basis is ook in het project ‘Groener Doen: deel 2’ het vullen van het DSP, het reflecteren op het DSP, en het ondernemen van acties samen met de DIA/EVC adviseur. Gebaseerd op de resultaten uit het eerste loopjaar, verschuiven we ten opzichte van het vorige project de aandacht op meerdere vlakken:

  • Meer aandacht voor het voortraject met de focus op het creëren van bewustzijn bij zowel werkgever als werknemer over de mogelijke (toekomstige) kwetsbare positie van de vijftigplusser op de arbeidsmarkt.

  • Bij werving en begeleiding van kandidaten specifieke aandacht besteden aan de aanwezigheid van digitale vaardigheden en waar nodig deze verbeteren.

  • Met verhelderende communicatie voorkomen dat het DSP vooral als outplacement traject wordt gezien in plaats van een ontwikkeltool.

  • Meer werken in groepen in plaats van individueel bij het werken aan zelfinzicht en perspectief en het DSP.

  • Richten op de bijdrage van het DSP aan arbeidsmarkttranisities naar zogenaamde klimaatbanen, wanneer de deelnemers zelf een andere baan zouden willen (binnen hetzelfde bedrijf).

  • Ook richten op vijfenveertigplussers, om zo te voorkomen dat iemand er ‘te laat bij is’.