Duurzame Vaardigheden

Duurzame vaardigheden voor een toekomstbestendige economie met veerkrachtige werkenden en onderwijsinstellingen

Tijden veranderen, maar de veranderingen gingen nog nooit zo snel als in deze eeuw. Verschillende transities versterken en versnellen elkaar. Demografische veranderingen, digitalisering en duurzaamheid zetten de arbeidsmarkt op zijn kop. Over één generatie ziet de arbeidsmarkt er totaal anders uit dan nu. Dit betekent dat de toekomstige arbeidsmarkt andere kennis en vaardigheden vraagt dan mensen nu in hun opleiding meekrijgen of in hun werk opdoen. Daarnaast zijn duurzame vaardigheden een belangrijke voorwaarde voor een toekomstbestendige economie, maar de duurzame vaardigheden hebben nog geen goede plek in onderwijsinstellingen, bij werkenden en in het bedrijfsleven.

 

Projectdoel

Het ontwikkelen van duurzame vaardigheden begint bij de vernieuwing van het onderwijs. Het onderwijs werkt bijvoorbeeld met programma’s die lang vast staan. Scholen en docenten moeten veel meer ruimte krijgen om nieuwe kennis en vaardigheden op te nemen in het leerprogramma en om te experimenteren met nieuwe lesmethoden. Het onderwijs kan mensen beter toerusten voor de nieuwe arbeidsmarkt door nieuwe lesvormen en nieuwe inhoud uit te proberen en door de ontwikkeling van vaardigheden en competenties centraal te stellen, in plaats van (vak)diploma’s. Dat vraagt goede afstemming en samenwerking met het bedrijfsleven.

Daarnaast is er veel meer aandacht nodig voor een leven lang ontwikkelen (LLO), zodat mensen wendbaar blijven en makkelijker naar andere banen of sectoren kunnen overstappen. Dit vraagt om coaching en toerusting van werknemers op de werkvloer. Daar zijn regelingen en budgetten voor nodig. De overheid heeft daar met het STAP-budget een klein begin mee gemaakt. De sectorale opleidings- en ontwikkelingsfondsen kunnen daarin ook een belangrijke rol vervullen, door over sectorgrenzen heen te kijken. Het gaat erom dat de ontwikkeling van vaardigheden centraal komt te staan. Denk aan technische of digitale skills, maar ook aan bredere vaardigheden als creativiteit, analytisch denken, improvisatie en empathisch vermogen. Door vaardigheden centraal te stellen, wordt het makkelijker om van de ene sector naar de andere sector over te stappen. Wendbaarheid geeft dus meer werkzekerheid. En die werkzekerheid heeft weer een positief effect op de weerbaarheid. De uitdaging is om werkenden te verleiden in hun eigen toekomst te investeren.

Als onderdeel van ons overkoepelende thema Duurzame Vaardigheden ondersteunen we de projecten Sustainability Skills en SustainaBul van Leren voor Morgen. Deze dragen bij aan de kwaliteit en de kwantiteit van vaardigheden en de onderwijsinstellingen zelf. Het project heeft als doel om voorbereid te zijn op de vraag naar vakmensen van die nieuwe economie. Zo heeft het meerjarige programma Sustainability Skills het doel om eind 2024 tenminste 25% van de leerlingen en studenten in het gekozen werkveld te bereiken.

 

Projectaanpak

In 2019 is de coöperatie Leren voor Morgen in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gestart met het Circular Skills programma, om benodigde vaardigheden voor de circulaire transitie in kaart te brengen en te verankeren in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Sinds 2020 wordt de coöperatie door de Goldschmeding Foundation gesteund om dat programma uit te breiden naar het vmbo en het hbo.

In 2021 lag de focus van dit project op het beroepsonderwijs in de sectoren ‘maakindustrie en bouwsector’. Hier was de vraag naar circulair geschoolde werknemers groot. In beide sectoren is een inventarisatie van de benodigde vaardigheden vastgelegd in het Kennisdocument: ‘Circular Skills: Textiel- en meubelindustrieën’. In het kader van onderwijsvernieuwing in het hbo – en passend bij de vraag vanuit de arbeidsmarkt – zijn twee pilotprojecten succesvol uitgevoerd bij Hogeschool Windesheim en Hogeschool Utrecht. Ook is er een publiek-private samenwerking rondom circulair bouwen opgezet met bouwbedrijven Kloet, Dijkshoorn en Meerbouw (afdeling Rotterdam): ‘Purpose Works’. Daarnaast ontwikkelde de projectpartner een handleiding voor onderwijs- en schoolbeleid om vaardigheden structureel te verankeren: de Routekaart Duurzaam Onderwijs. Deze helpt scholen om een visie voor duurzame vaardigheden te formuleren en uit te werken in een strategie, in lijn met de ‘Whole School Approach’. Tenslotte is er een vmbo-examenvak ontwikkeld: reparatievaardigheden. Dit vak is ingediend als curriculum in de regio Zwolle. Ook wordt gewerkt aan een inspiratiegids voor docenten die het vak willen gaan geven in andere regio’s.

Na twee jaar marktonderzoek in verschillende sectoren en succesvolle pilotprojecten in het onderwijs, is de aanpak van het programma in 2022 gewijzigd. In plaats van sectoren, focust het programma sindsdien op regio’s waar lokale duurzaamheidstransities spelen.

In 2022 heeft het project Sustainability Skills zich conform het vierjarenplan van de coöperatie gefocust op het aspect ‘Omgeving’ van de ‘Whole School Approach’. In het kader van deze focus zijn er projecten georganiseerd om de band tussen scholen en lokale ondernemers, organisaties, bewoners en overheden aan te halen, ten behoeve van leren voor duurzame ontwikkeling. De nadruk is komen te liggen op regionale samenwerking en kennisontwikkeling in de regio’s Friesland, Flevoland, Utrecht, Westland en Rotterdam met 23 onderwijsinstellingen en ca. 25 bedrijven.

Ook is het project Duurzame Vaardigheden in 2022 uitgebreid met het ontwikkelen van de SustainaBUL. Het ranking instrument SustainaBUL middelbaar beroepsonderwijs (mbo) geeft niet alleen een duwtje aan bestuurders, maar helpt ze ook door inzichtelijk te maken waar verbeteringen mogelijk zijn en wie ze daarbij kan helpen. Tegelijkertijd wordt met dit instrument gebouwd aan een learning community voor betrokkenen in het mbo en vo om te werken aan structurele verankering van duurzaamheid in het onderwijs in samenwerking met ondernemers, overheden en gebruikmakend van de vernieuwingsdrang van de opkomende generatie (studenten).

 

‘2022 heeft duidelijk gemaakt waar de grootste uitdaging ligt voor duurzame vaardigheden. En dat is niet bij de leerlingen.’

– Daan de Kruijf, Sustainability Skills Lead bij Leren voor Morgen

 

In 2023 wordt de regionale aanpak voortgezet en worden een aantal nieuwe elementen toegevoegd om succesvolle concepten op te schalen, meer leerlingen en studenten te bereiken, het samen leren en de integrale benadering te versterken. De samenwerking tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid in de praktijk, om leerlingen, studenten en werkenden toe te rusten met de nodige vaardigheden om lokale duurzaamheidstransities op te vangen, blijft gelden als basis voor het programma.

 

 

Daan de Kruijf Projectleider